Tim is een veertienjarige jongen met een gegeneraliseerde angststoornis en een dysthyme stoornis. Bijzonder is dat er geen sprake is van vermijdingsgedrag. Ook subtielere vormen van vermijding en veiligheidsgedragingen zijn niet aan de orde. Hoewel de angsten zijn gedrag nauwelijks lijken te sturen, is er een grote lijdensdruk. De therapeut moet creatief zijn. De 'standaard’ gedragstherapeutische aanpak, met gebruikelijke technieken als graduele exposure volgens een in moeilijkheid oplopende angsthiërarchie, zal weinig effect sorteren. Er wordt daarom gekozen voor een cognitieve therapie en ontspanningstraining. Beoogd resultaat is angstreductie, te bereiken via het uitdagen van disfunctionele cognities en deze te vervangen door alternatieve, meer reële en helpende gedachten.