Aangeboren of op de vroege kinderleeftijd verworven perceptieve gehoorstoornissen zijn niet zeldzaam. Ze komen bijna net zo frequent voor als Down-syndroom en aanzienlijk frequenter dan congenitale hypothyreoïdie. Ze kunnen de ontwikkeling van het kind ook ernstig belemmeren. Niettemin is de kennis erover bij de meeste kinderartsen gering: gehoorstoornissen worden gezien als behorend tot het terrein van kno-arts en audioloog. Diagnostiek, behandeling en begeleiding van de gehoorstoornis alleen voldoen echter vaak niet om de ontwikkeling van de betreffende kinderen te optimaliseren. Stoornissen op andere terreinen moeten eveneens tijdig herkend en behandeld worden. Zij komen frequent voor, gerelateerd aan de oorzaak van de gehoorstoornis. Desondanks maakt de kinderarts in Nederland doorgaans geen deel uit van het multidisciplinaire team, dat zich vanuit het audiologisch centrum met de definitieve diagnostiek na een afwijkende gehoorscreening bezighoudt. Met de komst van de neonatale gehoorscreening en in lijn met het streven naar een zo goed mogelijke totale ontwikkeling van kinderen met beperkingen, zou het wenselijk zijn de inbreng van de kinderarts in diagnostiek en behandeling van kinderen met een gehoorstoornis te vergroten.