Ernstig congenitaal gehoorverlies is een belangrijke handicap die 0,1% van de gezonde pasgeborenen treft en 1-2% van de nicu-kinderen. De prognose voor de intellectuele, emotionele, en spraak- en taalontwikkeling is beter indien de diagnose vroeg wordt gesteld en de behandeling wordt gestart voor de leeftijd van 6 maanden. In Nederland bestaat een lange traditie voor het vroegtijdig opsporen van gehoorstoornissen met als doel de ontwikkelingskansen van het gehoorgestoorde kind te verbeteren. De Ewing/Capas-screening op de leeftijd van 9 maanden vormt onderdeel van de opsporingstaken binnen de jeugdgezondheidszorg. Met de komst van nieuwe methodieken staan wij aan de vooravond van een belangrijke wending op het gebied van gehoorscreening: de introductie van de neonatale gehoorscreening. Na introductie in de nicu's zal geleidelijk implementatie binnen de jeugdgezondheidszorg plaatsvinden. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de achtergronden van de introductie van landelijke neonatale gehoorscreening, de beschikbare methodieken, het voorgestane screeningsmodel en de rol van de kinderarts na implementatie van deze universele neonatale gehoorscreening.