Dit onderzoek is een retrospectieve analyse, waarin de onderliggende diagnoses worden vergeleken in twee groepen kinderen met een achterstand in de ontwikkeling (oa): 45 moeilijk lerende kinderen (mlk; iq 70-80) en 68 kinderen met een milde mentale retardatie (mmr; iq 50-70). Daarnaast worden geassocieerde medische problemen vergeleken met die bij kinderen die regulier basisonderwijs volgen.
Resultaten: Het aantal oorzakelijke diagnoses (55%) was in beide groepen gelijk en gelijkelijk verdeeld over erfelijke, verworven of familiaire oorzaken. Genetische syndromen kwamen frequent voor in beide groepen (27%). Diagnoses kwamen merendeels tot stand dankzij anamnese en lichamelijk onderzoek door een multidisciplinair team. Kinderen met een achterstand hadden significant vaker dan kinderen in het regulier onderwijs geassocieerde medische problemen (35%); deze betroffen vooral epilepsie, gedrag, gehoor en groei. Voor motorische revalidatie werd 70% verwezen, voor psychiatrische behandeling 15% en voor genetische advisering 60%.
Conclusie: Bij kinderen met een onverklaarde achterstand in de ontwikkeling kon, zowel in mlk als in mmr, in één op de twee een diagnose worden gesteld. Kinderen in deze studie met een milde ontwikkelingsachterstand werden vaker dan gezonde kinderen door geassocieerde medische problemen gehinderd. Er is geen goede reden om de diagnostiek te beperken tot kinderen met een mentale retardatie (iq<70). Multidisciplinair onderzoek is van belang voor diagnostiek, genetische advisering, behandeling en begeleiding van kind en ouders. Een prospectieve studie is zinvol nu nieuwe genetische en beeldvormende technieken beschikbaar zijn voor diagnostiek.