Kinderen met een motorische ontwikkelingsstoornis (dcd) worden vaak verwezen naar de kinderfysiotherapeut. Echter, niet alle kinderen met dcd krijgen hulp. Daarom worden de verschillen tussen twee groepen kinderen onderzocht: een groep die verwezen is naar kinderfysiotherapie (n=35) en een groep die nog geen hulp krijgt, maar van wie de ouders bezorgd waren over de motorische ontwikkeling van hun kind (n=18). In beide groepen is de gemiddelde leeftijd 6 jaar en 10 maanden (range 5-10 jaar). Ze lijken qua medische voorgeschiedenis, sociale achtergrond en motorische ontwikkeling op elkaar. Tevens is de motorische stoornis even ernstig (Movement abc) en worden evenveel gedragsproblemen gesignaleerd (cbcl). De groep zonder hulp vertoont echter significant meer internaliserend gedrag. Deze comorbiditeit kan kennelijk de motorische problemen zodanig maskeren dat nog geen hulp gezocht was. Toch is hulp nodig aangezien kinderen veelal niet vanzelf over dcd heen groeien en fysiotherapeutische behandeling van deze problemen effectief is gebleken. Wij pleiten dan ook voor een betere onderkenning van dcd in school en in de praktijk van de kinderarts.