In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de recente relevante kennis over hallucinaties. De laatste vijftien jaar zijn er veelbelovende behandelmethoden ontwikkeld voor patiënten met hallucinaties. Belangrijk is dat huisartsen hiervan kennis nemen. Enerzijds voor hun bejegening van mensen met hallucinaties, anderzijds omdat deze behandelvormen zoveel specialisatie vereisen dat gerichte verwijzing naar ter zake kundige experts essentieel is.
Aan de hand van de definitie van een hallucinatie worden differentiële diagnosen en het belang van het waarnemingsaspect toegelicht. Ook staan wij stil bij het wat obsolete onderscheid tussen hallucinaties en pseudo-hallucinaties. Verder komt de (ab)normaliteit aan de orde van hallucinaties waarvan in onderzoeken is gebleken dat zij niet pathognomonisch zijn voor (psychiatrische) ziekten maar wél vaker voorkomen bij deze ziekten. De bijdrage wordt afgesloten met prevalentiecijfers van auditieve, visuele en olfactorische hallucinaties als verschijnselen bij verschillende ziekten en als bijwerking van een scala aan medicijnen. In gerandomiseerde trials blijken medicatie, cognitieve gedragstherapie en hallucinatiegerichte integratieve psychotherapie het meest effectief. Deze behandelingen worden daarom nader uitgewerkt. Het artikel wordt besloten met adviezen ten aanzien van omgang en bejegening van mensen met hallucinaties en de mogelijkheden van medicamenteuze en niet-medicamenteuze interventies. Een en ander is uitgewerkt in een stappenplan.