Boer schetst in zijn oratie een onderzoeksprogramma naar angststoornissen. Belangrijke determinanten van angststoornissen zijn de mentale representatie van de eigen kindertijd, gehechtheidsrelaties, erfelijkheid, temperament en de dagelijkse interactie. Bij elk van deze determinanten worden kritische kanttekeningen geplaatst. De kritiek is vooral gericht op de rol van deze determinanten bij onderzoek naar verschillen binnen gezinnen. Dit type onderzoek vraagt om een andere empirische invulling en interpretatie van gegevens dan doorgaans in traditionele theorieën naar omgevingsinvloeden het geval is.