Doel: In twee gerandomiseerde, gecontroleerde studies is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een online- versus face-to-face (FTF) interventie voor ouders van kinderen met gedragsproblemen. Beide interventies zijn erop gericht om de gedragsproblemen bij kinderen te verminderen, en op de verbetering van nog wat andere ouder- en kind uitkomsten. Methode: Voor studie 1 kwamen gezinnen (n = 133) met een kind van tussen de drie en negen jaar met een volledige of subklinische diagnose van oppositioneel opstandige of een gedragsstoornis naar Sidney (Australië). Daar vond een taxatie plaats en een randomisatie voor ofwel AccessEI – een zes tot tien weken durend therapeut begeleid online ouderprogramma – of voor hetzelfde programma, maar dan face-to-face (FTF) van een week. Om te controleren voor onontkoombare verschillen in de behandeldosis van deze twee behandelprogramma’s, is een tweede studie gedaan. Hierin werden stedelijke gezinnen (n = 73) met een kind van tussen de drie en veertien jaar – gezinnen die voldeden aan dezelfde criteria als in studie 1 – willekeurig toegewezen aan de AccessEI- of de FTF-behandeling. Resultaten: Beide studies laten grote effectgroottes zien op de verbetering wat betreft de diagnose van het kind, en op de scores die de moeders in vragenlijsten geven voor het gedrag van hun kind. Dit effect geldt voor beide interventies na de behandeling en bij de follow-up na drie maanden, zonder verschil tussen de twee behandelcondities. Daarnaast zijn middelmatige effectgroottes gevonden voor verbetering van de psychische gezondheid van de ouders, met ook daarin geen verschil tussen de behandelcondities. Conclusie: de effecten van de online therapeut begeleide ouderinterventie – gericht op de behandeling van gedragsproblemen bij kinderen – waren vergelijkbaar met die van een FTF-interventie. Dit impliceert dat de voor landelijk gevestigde gezinnen meer toegankelijke online behandeling evengoed effectief is.