De huisarts die besluit te gaan opleiden, maakt een bewuste keuze. Hij krijgt er een beroep bij: behalve huisarts wordt hij ook opleider. Hiervoor zijn specifieke bekwaamheden nodig waarin de toekomstig huisarts-opleider of huisarts-docent zelf moet worden opgeleid. Het opleiden van opleiders heeft twee belangrijke gevolgen: ten eerste dat de huisarts een betere opleider wordt en dus in staat is zijn vakmanschap beter over te dragen op een volgende generatie huisartsen, ten tweede dat een huisarts in opleiding die ‘beter’ wordt opgeleid ook een beter didactisch rolmodel heeft. Dat maakt van hem, als hij later zelf gaat opleiden, ook een betere opleider. Bovendien zal het opleiderschap voor de meeste opleiders leiden tot reflectie op en daardoor verdieping van het eigen handelen als huisarts.