De opzet en uitvoering van nascholing en herregistratie zijn fors in beweging.
De geschiedenis van de nascholing wordt besproken. In 1996 hebben huisartsen zich verplicht om per jaar 40 uur geaccrediteerde nascholing te volgen. Een landelijk systeem van ondersteuning werd via de LHV georganiseerd. De Districts Huisarts Verenigingen (DHV) hadden Plaatselijke Coördinatoren (PC) en veelal één Districtscoördinator (DC) in dienst; deze functionarissen werden door de LHV betaald. Ze accrediteerden, organiseerden en ondersteunden de nascholing. Eind 2004 is deze structuur ontmanteld en in 2005 zijn Regionale Ondersteunings Structuren (ROS) ingericht. Deze ROS zouden verantwoordelijk moeten zijn voor de nascholing van werkers in de eerste lijn. Dit integratieproces verloopt moeizaam. Vele oude nascholingsbetrokkenen uit huisartsenland voelen zich in deze situatie niet thuis. Een landelijke coördinatie ontbreekt. De meeste oud-Districtscoördinatoren hebben zich verenigd in een nieuwe koepelorganisatie, het Landelijk Implementatie Netwerk Kwaliteitsbeleid Huisartsen (LINKH). LINKH probeert samen met de LHV en het NHG weer tot een landelijk dekkend nascholingsnetwerk te komen. Tevens zijn er nieuwe functionarissen bij gekomen. De erkend groepsbegeleider wordt bijgeschoold tot de functie van Erkend Kwaliteits Consulent (EKC) en de Perifeer Accrediterings Medewerker (PAM) gaat nascholing accrediteren en de EKC ondersteunen. Er is in 2006 een nieuwe methode ontwikkeld om de geaccrediteerde nascholing te registreren, de Gemeenschappelijke Accreditatie Internet Applicatie (GAIA). Dit jaar, 2007, is een overgangsjaar en in 2008 wordt het gebruik van het systeem verplicht gesteld. Dit systeem heeft als voordeel dat elke (huis)arts kan bekijken hoeveel uur en welk soort nascholing hij gevolgd heeft. Het systeem is bruikbaar om te komen tot een differentiatie in onderwijssoorten en onderwerpen. Ten slotte komt een toetsgestuurd nascholingsmodel aan de orde, dat rekening houdt met blinde vlekken/‘true needs’ in de kennis en kunde van de huisarts.