Hoe definiëren wij het beroepsprofiel van de bedrijfsarts? Dat lijkt een lastige vraag gezien de opvatting van de beroepsgroep zelf hieromtrent. Het laatste positioneringonderzoek laat zien dat de helft zich specialist noemt, een kwart generalist, en een kwart beide. De meningen over claimbeoordeling, verzuimcontrole en poortwachterfunctie lopen evenzeer uiteen. Oorzaak van dit alles lijkt te zijn dat de bedrijfsarts zowel beroepsbeoefenaar is als functionaris. Als beroepsbeoefenaar adviseert hij binnen een aan de medische wetenschap ontleend kennissysteem omtrent de relatie arbeid en gezondheid. Als functionaris geeft hij als procesbegeleider invulling aan de gemedicaliseerde opvatting over arbeidsverzuim als gedragskeuze. Als beroepsbeoefenaar bezit hij een zekere mate van professionele autonomie, als functionaris volgt hij wat de maatschappij hem dicteert over zijn rol. Is de generalist wellicht de functionaris en de specialist de beroepsbeoefenaar?