‘Zelfcontrole op School’ (ZoS), een training in zelfcontrole, richt zich op kinderen met externaliserende gedragsproblemen op basisscholen in achterstandswijken. Voor deze kinderen en hun ouders is de drempel van de hulpverlening hoog. In dit artikel wordt beargumenteerd dat een interventie in de schoolcontext juist voor deze kinderen extra voordelen zou kunnen bieden. Het project ZoS is een effectonderzoek naar een training voor de kinderen en hun leerkracht; beide zijn gebaseerd op cognitief gedragstherapeutische methoden. Kinderen leren zelfreflectie en zelfcontrole door middel van gedragsen gevoelsregistraties, vaardigheidsoefeningen, ontspanning en cognitieve technieken, waaronder herstructurering, in groepjes van vier tot zeven kinderen. De eerste ervaringen met de interventies en de implementatie ervan worden besproken.