Het beëindigen van een psychotherapie betekent afscheid nemen van het proces en van de therapeut. Dit kan zowel voor de patiënt als voor de therapeut moeilijk zijn. Het afscheid kan conflicten rond separatie en verlies reactiveren, zeker als deze een belangrijk thema waren in de behandeling. Het afscheid maakt het mogelijk om deze conflicten verder door te werken. Het vermogen om goed afscheid te nemen helpt de patiënt toekomstige separaties aan te gaan. In dit artikel wordt het proces van afscheid nemen beschreven vanuit een psychodynamisch perspectief. Traditioneel werd lange tijd de ervaring van verlies en rouw benadrukt. Meer recente literatuur beschrijft afscheid als een overgangsfase in een doorgaande ontwikkeling, als een proces van transformatie en internalisatie. Verschillende vormen van afscheid (gepland, voortijdig of geforceerd) worden besproken. Ook de rol van de therapeut in dit proces wordt belicht.