In 1993 begonnen de eerste sportartsen hun werk op sportgeneeskundige afdelingen. Anno 2008 telt Nederland ruim vijftig gecertificeerde sportmedische instellingen en ongeveer honderd geregistreerde sportartsen,bij tienduizend huisartsen. Huisartsen verwijzen vooral patiënten naar de sportarts met langdurige, geleidelijk ontstane sportgerelateerde problemen, geduid als overbelastingsproblemen. Zij stellen in veel gevallen een symptoomdiagnose. Sportartsen zijn vooral getraind in het zoeken naar en wegnemen van factoren die van invloed zijn geweest op het ontstaan van de afwijking, en in het beïnvloeden van gedrag en het omgaan met de blessure. Ook kan de sportarts mogelijkheden aanreiken die het probleem weliswaar niet feitelijk oplossen, maar die wel kunnen leiden tot opnieuw of anders bewegen.