Meerdere malen heeft het moeten gebeuren. Ik word naar een saaie lege ruimte gesleept. Het doet pijn hoe ze mij vastpakken bij mijn armen en hoe ze mijn hoofd naar beneden duwen. Als ik geluk heb, doorzoeken ze al mijn zakken en de rest. Als ik pech heb, word ik ingewikkeld in doeken en rennen ze allemaal snel weg. Mijn polsen branden nog een poos na, en dan kruip ik uit die doeken en schreeuw ik mijn verdriet eruit. Dan komt al snel het besef dat het niet zoveel zin heeft. Hoe langer ik schreeuw en huil hoe langer het duurt voordat er begeleiding komt kijken en praten. Maar als het dan toch zover is dat de begeleiding komt, dan praten we. Dan praten we over hoe het zover heeft moet komen.