Een peuter groeit minder snel dan een zuigeling en dat beïnvloedt zijn eetlust. Hij ontdekt zijn eigen wil en dat uit zich vaak tijdens het eten. Als het kind een gevarieerder voedingspatroon krijgt, kan blijken dat hij een voedselallergie of een voedselintolerantie heeft. Tussen de zes en dertien jaar maakt het kind een behoorlijke groei door en is hij doorgaans erg actief, waardoor de behoefte aan energie en voedingsstoffen vrij hoog is. Krijgt hij te weinig binnen, dan kan hij ondervoed raken. Acute ondervoeding wil zeggen dat het gewicht daalt en de lengtegroei doorgaat. Bij chronische ondervoeding stagneert ook de lengtegroei. In de puberteit vindt de groeispurt plaats. Desondanks kan een puber die weinig sport en ongezond eet makkelijk te dik worden. Maar ook anorexia nervosa kan zich in deze periode ontwikkelen. Bij ouderen kan zowel overgewicht als ondergewicht een probleem zijn. De energiebehoefte van de oudere neemt af, maar hij heeft wel alle voedingsstoffen nodig. Vanaf zeventig jaar geldt het advies 20 microgram vitamine D per dag te gebruiken.