Uit diverse wetenschappelijke studies komen steeds dezelfde factoren naar voren die de kans op kanker verhogen, zoals: alcohol, hoger lichaamsvetpercentage, eten van rood vlees (rund, varken, schaap) en van bewerkt vlees, een hoog buikvetpercentage, eten van zout en gezouten voeding, veelvuldig eten van te heet gefrituurd voedsel, en de stof acrylamide (onder meer in chips). Veel kankerpatiënten krijgen te maken met gewichtsverlies waardoor ondervoeding kan ontstaan. Chemo- en radiotherapie kunnen specifieke klachten veroorzaken, zoals een droge en/of pijnlijke mond, darmkrampen, obstipatie en misselijkheid, en de afweer doen dalen. Bij een beenmergtransplantatie wordt het immuunsysteem tijdelijk platgelegd om te voorkomen dat de getransplanteerde cellen worden afgestoten. De patiënt loopt dan makkelijk een infectie op en moet kiemarme voeding gebruiken. Naast de reguliere voedingsadviezen zijn er alternatieve diëten voor kankerpatiënten, zoals het Moermandieet en het Dr. Houtsmullerdieet. Daarvan is de werking niet wetenschappelijk is aangetoond.