Op 1 januari 2015 werd de Jeugdwet van kracht. De transitie waarmee deze nieuwe wet gepaard ging, was een ‘mega-operatie’. Waar de jeugdzorg vandaag de dag integraal functioneert, werd voorheen in verschillende sectoren met gescheiden financieringsstromen, provinciale subsidies en de AWBZ gewerkt. Dat is met de transitie op een hoop gegooid, met donderend geweld en onder een enorme tijdsdruk. De gemeente werd voor alles verantwoordelijk in ongeveer een jaar tijd. Voor 42 jeugdzorgregio’s was het opeens: ga uw gang, zorg dat u binnen de regio zorg kunt bieden. Men kan zich voorstellen wat dat, vooral voor landelijk opererende organisaties, met zich meebracht. Nu het stof enigszins begint neer te dalen, is het tijd voor reflectie. Piet Yntema, directeur van Groot Emaus, het landelijk specialistisch orthopedagogisch behandelcentrum van de ’s Heeren Loo Zorggroep, vertelt hoe de Jeugdwet in de praktijk uitwerkt en gaat vooral in op de gevolgen voor 18+-jongeren met een licht verstandelijke beperking.
