Als gevolg van de geweldige economische ontwikkeling en toegenomen welvaart vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond er een samenleving die sindsdien verzorgingsstaat wordt genoemd. Vanaf de jaren negentig is er steeds meer kritiek op de verzorgingsstaat gericht op de onbetaalbaarheid, de onbeheersbaarheid en de dubieuze ideologie. De economische crisis leidde tot tal van bezuinigingen. De noodzaak om te bezuinigen en de toegenomen mondigheid van de burger leidden tot plannen om de verzorgingsstaat om te vormen in een participatiesamenleving. De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een heel belangrijke stap in dit kader. De landelijke overheid stoot een aantal taken af naar gemeentelijk niveau. Met deze omvorming gaat wel een flinke bezuiniging gepaard. Er is ook kritiek op deze ontwikkeling. Critici zijn bang dat de solidariteit onder druk komt te staan en dat de meest kwetsbaren in de samenleving de dupe worden.