Met een busje daderhulpverleners – waarvan zes op zeven vrouw – kwamen we iets later dan verwacht in Brussel aan. We konden meteen inpikken in de eerste voordracht die door Geertje Walraevens (maatschappelijk assistente/systeemtherapeut, verbonden aan ITER te Brussel) werd verzorgd. Met sprekende beelden en citaten liet ze ons kennismaken met de levens van vrouwen wier partner seksuele delicten pleegde. Vanuit de ervaring dat de partners vaak een remmende werking hebben op de therapie van de zedendelinquent wees ze op het belang hen bij de therapie te betrekken. Concreet doet Geertje Walraevens dit door vooral te luisteren naar hun unieke verhalen. De vrouw van de seksuele delinquent bestaat immers niet. Ze verschillen naargelang ze op de hoogte waren van het misbruik, actief erbij betrokken waren, afhankelijk zijn van hun man, getrouwd zijn of samenwonen, kinderen hebben, enzovoort.