Over (satanisch) ritueel misbruik horen we weinig meer sinds de jaren negentig van de vorige eeuw. Verontrustende verhalen en polariserende meningen leidden in 1993 tot de oprichting van een Werkgroep ritueel misbruik door de staatssecretaris van Justitie, in een poging zicht te krijgen op het werkelijkheidsgehalte van deze geruchten. De werkgroep bestond uit zeven leden die verantwoordelijkheid droegen op diverse terreinen van welzijn of rechtshandhaving, onder hen juristen en psychologen. De werkgroep kwam tot de conclusie dat het bestaan van groepen die zich daarmee bezighielden niet aangetoond kon worden, maar dat er genoeg verontrustende signalen waren om nader onderzoek over een langer tijdsbestek te rechtvaardigen: ‘Zij beveelt aan dat er onderzoek verricht wordt om in deze kwesties meer klaarheid te brengen en aldus te bevorderen dat het debat over ritueel misbruik een meer empirische basis wordt gegeven. Zulks is van groot belang voor de betreffende cliënten en hulpverleners, daar het bevordert dat op een evenwichtige wijze met deze problematiek wordt omgegaan’ (Ministerie van Justitie,
1994, p. 58-59). …