Doel.
Het beleid bij prematuren met een amenorroeduur van 36+0 tot en met 36+6 weken ten aanzien van opname op de kinderafdeling en opnameduur verschilt per ziekenhuis. In ons ziekenhuis blijven deze prematuren met een geboortegewicht ≥ 2200 gram gedurende 48 uur ter observatie opgenomen op de kraamafdeling. Doel van dit onderzoek is te beoordelen of een observatieduur van 48 uur voldoende is om de kinderen bij wie zich neonatale problemen zullen voordoen te herkennen aan de hand van het aantal heropnamen binnen twee weken na geboorte .
Opzet.
Retrospectief statusonderzoek.
Methode.
Gegevens van alle prematuren met een amenorroeduur ≥ 36 weken geboren in de Isala klinieken te Zwolle in 2007 werden bestudeerd.
Resultaten.
In 2007 werden in ons ziekenhuis 108 prematuren met een amenorroeduur van 36+0 tot en met 36+6 weken geboren. Eén kind werd geboren na een intra-uteriene vruchtdood en van één kind konden de gegevens niet worden achterhaald.Van de overige 106 kinderen werden 19 kinderen (18%) direct postpartum op de kinderafdeling opgenomen. 87 kinderen (82%) bleven na geboorte in eerste instantie op de kraamafdeling. Van deze 87 kinderen werden er 22 (25%) in de loop van de eerste 48 uur op de kinderafdeling opgenomen, waarvan de meerderheid (21) binnen 24 uur. Geen (95%-betrouwbaarheidsinterval 0-5,6%) van de 65 kinderen die 48 uur ter observatie opgenomen bleven op de kraamafdeling, presenteerde zich na ontslag op de polikliniek of werd heropgenomen.
Conclusie.
Voor gezonde prematuren met een amenorroeduur ≥ 36 weken en een geboortegewicht ≥ 2200 gram is een observatieduur van 48 uur op de kraamafdeling voldoende. Primaire opname op de kinderafdeling lijkt niet nodig.