Deze casus betreft een man die geconfronteerd wordt met een melanoom en dientengevolge met de relatie lichaam-geest, kwetsbaarheid en eindigheid. Hoewel existentiële thema’s zeer urgent worden in dergelijke omstandigheden, kunnen ze tevens een ‘vitaliserende’ werking hebben. De patiënt, een tamelijk rationeel ingestelde man, is genoodzaakt aandacht te gaan geven aan zijn angst, opkomende droefheid en andere emoties. Het tamelijk compacte interventieproces (vijf zittingen) is gestructureerd aan de hand van drie doelen: de situatie hanteren (structureren), het doorleven van ongekende, intense emoties (reguleren) en het (opnieuw) overwegen van het persoonlijke levensverhaal (integratie). In de gesprekken blijken Yaloms existentiële thema’s van veel waarde (isolement/verbondenheid, vrijheid/verantwoordelijkheid, leven/dood en zingeving/zinloosheid). De casus beschrijft hoe de cliënt in de loop van enkele maanden, in de context van verdriet en verlies, een psychische verandering en gewaardeerde ontwikkeling doormaakt.