Het eerste aspect van het sociale heeft te maken met het feit dat mensen op elkaar gericht zijn en interacties met elkaar aangaan. Via deze interactieprocessen creëren mensen samen hun eigen werkelijkheid. Samenleven met elkaar veronderstelt het bestaan van gemeenschappelijke interpretaties van een aantal zaken. De gedeelde interpretaties in een groep vormen het referentiekader, dat wil zeggen: ‘het geheel van waarden, normen, overtuigingen en vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en handelen’. Omdat mensen vanuit een bepaald referentiekader naar de werkelijkheid kijken, treedt er regelmatig een vertekening van de werkelijkheid op. Dat kan ertoe leiden dat mensen er vooroordelen op nahouden en op grond daarvan handelen, bijvoorbeeld door anderen uit te sluiten. Omdat de definitie van de situatie mede bepaalt hoe de mens handelt, kan een onjuiste definitie van de situatie leiden tot een selffulfilling prophecy.