Hartfalen is in de meeste gevallen een chronische aandoening, met acute exacerbaties, een hoge ziektelast en een groot risico op vroegtijdig overlijden. Wanneer er geen specifieke, corrigeerbare afwijkingen zijn, bestaat de standaardbehandeling uit leefregels en medicatie. De laatste decennia is er grote vooruitgang geboekt op het gebied van de medicamenteuze behandeling geënt op beïnvloeding van het neurohormonale systeem. Door optimaal ingestelde medicatie kunnen de ernst van de klachten, de kwaliteit van leven en de levensverwachting van vele hartfalenpatiënten aanmerkelijk verbeteren. Tevens kan het aantal ziekenhuisopnames van patiënten met gedecompenseerd hartfalen afnemen. De standaardmedicatie van chronisch (symptomatisch) systolisch hartfalen omvat diuretica, angiotensine-converterend enzymremmers (angiotensine-II- of AII-receptorblokkers), bètablokkers en aldosteronantagonisten (ook mineralocorticoïden-antagonisten of MRA’s genoemd), en op indicatie digoxine, vaatverwijders, ivabradine en antistolling. In dit hoofdstuk worden de huidige inzichten beschreven en worden abidviezen gegeven voor een optimale medicamenteuze behandeling van patiënten met hartfalen.