De rol van chirurgie bij de behandeling van patiënten met lymfogeen- gemetastaseerd prostaatcarcinoom is controversieel. Chirurgie zal bij deze patiënten waarschijnlijk geen genezing brengen. Ook met een uitgebreide lymfeklierdissectie is de kans op biochemische progressie zeer groot. Een belangrijke vraag is of het ziektebeloop wordt beïnvloed door resectie van de prostaat, ook als deze resectie niet curatief is. Uit de beschikbare literatuur kan worden afgeleid dat deze invloed er waarschijnlijk wél is, ondanks dat prostaatresectie niet gerandomiseerd is onderzocht. In dit artikel wordt de literatuur over de effecten van radicale prostatectomie bij lymfeklier-gemetastaseerd prostaatcarcinoom op een rij gezet.
Het onderzoek is uitgevoerd als systematische review met studies naar de rol van radicale prostatectomie bij lymfogeen- gemetastaseerd prostaatcarcinoom; daarnaast zijn de studies beoordeeld die sinds 1973 zijn verschenen naar de
Er zijn geen gerandomiseerde studies gevonden die de rol van radicale chirurgie bij het lymfogeen-gemetastaseerd prostaatcarcinoom onderbouwen. De literatuur laat zien dat (1) patiënten met < 2 lymfekliermetastasen een langdurige overleving hebben, (2) patiënten met lymfekliermetastasen na radicale prostatectomie een langere levensverwachting hebben dan patiënten die geen lokale behandeling hebben ondergaan en dat (3) een tijdig ingestelde hormonale behandeling een significante levensverlenging bewerkstelligt, mits de primaire tumor is bestraald of operatief is verwijderd.
Van een radicale prostatectomie kan geen genezing worden verwacht in geval van lymfekliermetastasen. De literatuur suggereert wel een aanzienlijke overlevingswinst, die met name ook wordt behaald door vroegtijdige hormonale therapie aan te bieden na lokale behandeling. Niet alleen na radicale prostatectomie, maar ook na lokale radiotherapie wordt gezien dat langdurige hormonale therapie tot een betere overleving leidt. Tegenover de overlevingswinst die van deze intensieve behandeling mag worden verwacht, staan de bijwerkingen van de ingreep en hormonale therapie. Een keuze voor een bepaalde behandelvorm blijft moeilijk en kan alleen worden bepaald in overleg met een goed geïnformeerde patiënt.