Lage rugpijn is een probleem waarmee 50 tot 80% van de volwassenen minstens één keer in hun leven geconfronteerd worden. De BELCOBACK-studie heeft als voornaamste doelstelling het bestuderen van de invloed van fysieke factoren op het werk en in de vrije tijd, werkgebonden psychosociale factoren en individuele factoren op het ontwikkelen van rugklachten en het hiermee samenhangend ziekteverzuim bij jonge werknemers. Het is het eerste longitudinale onderzoek in België naar deze problematiek.
In het onderzoek werden 972 proefpersonen uit vier gezondheidszorginstellingen en twee distributiebedrijven gedurende twee jaar opgevolgd. Ze waren bij aanvang allen niet ouder dan 30 jaar en mochten in het voorbije jaar geen rugklachten gehad hebben die 7 dagen of langer aaneensluitend duurden.
De uitkomstvariabele werd in deze analyse gedefinieerd als een episode van rugklachten in de voorbije 12 maanden die minstens 7 dagen duurde. Ze werd gemeten via een door de werknemer in te vullen vragenlijst. Ook de kenmerken van deze rugklachten werden bestudeerd. Bijna 13% van de werknemers ontwikkelden rugklachten die 7 dagen aaneensluitend of langer duurden. Meer dan eenderde schreef de oorzaak van de rugklachten toe aan zijn professionele activiteiten.
Uit het onderzoek komen het werken met de romp in gebogen en/of gedraaide positie, de onmogelijkheid om regelmatig van houding te veranderen, de perceptie van hard werk en de vrees voor pijn, beweging of letsel als voornaamste risicofactoren voor lage rugklachten naar voor (relatieve risico’s tussen 1,9 en 2,4).
Naar analogie met andere longitudinale epidemiologische onderzoeken, laat ons onderzoek, ondanks enkele beperkingen, toe te bevestigen dat het optreden van lage rugklachten op volwassen leeftijd niet enkel samenhangt met individuele gevoeligheidsfactoren, maar significant bepaald wordt door werkgebonden factoren.
De fysieke werkbelasting is een belangrijke voorspeller van lage rugklachten en zou dus zoveel mogelijk moeten verminderen. Het onderzoek legt ook bewegingsangst bloot als voorspeller van lage rugklachten en dit opent nieuwe perspectieven voor de preventie. Het onderzoek zet ten slotte nog andere preventiesporen uit: taken zo organiseren dat men gemakkelijk van houding kan veranderen, werkposten zo aanpassen dat gebogen en gedraaide houdingen beperkt worden, en werknemers aanmoedigen om een goede fysieke conditie te onderhouden.