‘Trein’. Het antwoord klinkt zacht en kort, maar komt ook zonder enige aarzeling. Daarna volgen de antwoorden steeds duidelijker, de man is merkbaar opgelucht dat het zwijgen doorbroken wordt. Hij loopt vaak langs het spoor en weet precies waar hij het beste zijn plannen kan uitvoeren. De gedachten om een eind aan zijn leven te maken, komen het laatste half jaar steeds vaker, het lijken wel dwanggedachten. Het gesprek in zijn hoofd gaat continu door, tussen het lichtpuntje van de hoop en tussen ja, dat puntje van de zelfmoord. Vooral ’s ochtends is het erg, in de loop van de dag wordt het wat beter. Hij zou willen dat die spookgedachten ophielden, maar krijgt ze niet onder controle. Hij begrijpt het ook niet, vroeger was hij levenslustig en had hij lol in zijn werk.