Het dicht tegen ‘GDBM’ aanzitten is herkenbaar en de door collegae Croon, Hullen en Zaat 1 aangegeven afwegingen eveneens. Wat mijzelf bij dit soort casuïstiek helpt, is een argumentatieschema volgens Schellens. Er bestaan vele argumentatietheorieën en bijbehorende schema’s, maar na bestudering daarvan blijken er twee goed bruikbaar voor de verzekeringsgeneeskunde; het onderschikkende–nevenschikkende model en dat volgens Schellens. De verzekeringsgeneeskunde heeft de afgelopen jaren veel wetsregels en standaarden toegewezen gekregen, wat de ruimte om te argumenteren kleiner maakt ten opzichte van de overige theorieën en modellen.