In dit hoofdstuk wordt het klinisch redeneerproces van de therapeut conform de stappen van de KNGF-richtlijn Verslaglegging gepresenteerd. Het laat zien hoe de therapeut via narratief en procedureel redeneren komt tot het SMART formuleren van subdoelstellingen en hoofddoelstellingen voor het behandelplan. Het belang van samenspraak met de patiënt wordt benadrukt door met behulp van het Common Sense Model inzicht te verschaffen in de ziektecognities en het klinisch redeneerproces van de patiënt zelf. Daarbij blijkt het hebben van inzicht in de diagnose, de prognose, de oorzaak, de controlemechanismen en de consequenties bevorderlijk voor een gunstig verloop van het herstelproces. De bevindingen uit onderzoeken en behandeling worden stap voor stap gedocumenteerd in het fysiotherapeutisch elektronisch patiëntendossier. Er kan hierbij gebruik worden gemaakt van verschillende denkmodellen als kapstok voor het klinisch redeneerproces, zoals het MeerDimensionaal Belasting-Belastbaarheidsmodel (MDBB-model) en het Hypothese-geOrieënteerd Algoritme voor Clinici (HOAC II-model).