In de Nederlandse wet wordt de mogelijkheid geboden om familie meer te betrekken en een stem te geven in de besluitvorming over jeugdigen die problemen veroorzaken of die zorg of bescherming nodig hebben.
Hoewel het geen absoluut mandaat betreft, impliceert de wet dat hier de voorkeur naar uitgaat, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen. De wet zwijgt over de te gebruiken methode. Er is geen door de wet voorgeschreven methodiek die instellingen moeten volgen. Zodoende moeten instellingen een methodiek ontwikkelen of op zoek gaan naar een bestaande aanpak waardoor ze aan de bedoeling van de wet voldoen.