Een 16-jarig meisje presenteerde zich op de spoedeisende hulp in verband met pijnklachten ter plaatse van haar rechterclavicula na een directe botsing op het hockeyveld tegen een tegenstandster. Conventionele röntgenfoto’s toonden een verdenking op een epifysiolyse van de mediale clavicula. Deze verdenking werd door middel van een aanvullende MRI-scan bevestigd en toonde tevens retrosternale dislocatie. Er kon volstaan worden met een gesloten repositie op de operatiekamer. Het postoperatieve beloop was ongestoord. Na ongeveer zes weken had de patiënte weer een volledige functie. De diagnose van een epifysiolyse van de mediale clavicula met retrosternale dislocatie is zeldzaam en gemakkelijk te missen. Die kan echter potentieel levensbedreigend zijn door letsel aan mediastinale vaat- en viscerale structuren. Vanwege de late sluiting van deze epifyse kan dit optreden tot een leeftijd van ongeveer 25 jaar. Als het klinische beeld wijst op een dislocatie of fractuur van het sternoclaviculaire gewricht, maar op de conventionele röntgenfoto’s worden geen afwijkingen gezien, wordt geadviseerd een aanvullende MRI- of CT-scan te maken. Posterieure dislocaties blijken over het algemeen stabiel, waardoor gesloten repositie op de operatiekamer meestal kan volstaan. Indien de dislocatie recidiveert of er blijvende instabiliteit blijft bestaan, wordt chirurgische reconstructie geadviseerd. Daarbij dient vermeld te worden dat het advies tevens luidt om repositie te verrichten in een centrum met faciliteiten voor thoraxchirurgie.