Doel. Een overzicht geven van de behandeling van gedislokeerde midschacht claviculafracturen (GMCF) in de dagelijkse traumatologische en orthopedische Nederlandse praktijk.
Opzet. Op 1 november 2012 werd tijdens de Nationale Traumadagen in Amsterdam een enquête afgenomen onder de aanwezige trauma- en orthopedisch chirurgen over de behandeling van GMCF.
Methode. De enquête bestond uit vragen over de keuze van behandeling en de wetenschappelijke onderbouwing daarvan bij een casus van een jonge patiënt met een GMCF.
Resultaten. Van de 326 aanwezige artsen hebben 212 artsen (65%) de enquête ingevuld. In de getoonde casus opteert een ruime meerderheid (78%) voor operatieve behandeling, waarbij traumachirurgen vaker besluiten tot opereren dan orthopedisch chirurgen (p = 0,00). De behandelvoorkeuren tussen artsen in opleiding tot specialist (aios) zijn minder verschillend. In geval van operatieve behandeling kiest 88% voor open repositie en plaatosteosynthese. Een meerderheid van de respondenten (71%) geeft aan dat ze van mening is dat er weining of onvoldoende wetenschappelijk bewijs is voor de behandelkeuze.
Conclusie. In Nederland wordt een GMCF vaak operatief behandeld, waarbij traumachirurgen eerder geneigd zijn over te gaan tot operatieve behandeling dan orthopedisch chirurgen. De aios van beide beroepsgroepen zijn hierover meer gelijkgestemd.