Een jongen van 10 jaar presenteerde zich op de spoedeisende hulp met een olecranonfractuur na een val van zijn fiets. Vanwege aanhoudende pijnklachten werd er besloten tot een operatieve ingreep. Peroperatief bleek er naast de olecranonfractuur, sprake te zijn van een grote osteochondrale fractuur aan de dorsale zijde van het capitulum. Deze fractuur leek nog het meest op een type II-capitulumfractuur, ook wel een fractuur van Kocher-Lorenz genoemd. Echter, fracturen van Kocher-Lorenz bevinden zich in het coronale vlak aan de anterieure zijde van het capitulum. Deze osteochondrale fractuur bevond zich in het axiale vlak aan de dorsale zijde van het capitulum. Fracturen van Kocher-Lorenz ontstaan doordat de radiuskop met kracht tegen het capitulum wordt geduwd en in tegenovergestelde richting van de humerus wordt bewogen. Hierdoor kan het kraakbeen worden losgescheurd van de onderliggende lagen. Bij de meeste type II-fracturen gaat dit gepaard met enig subchondraal bot. Een pure chondrale fractuur van het capitulum, zoals in deze casus, is erg zeldzaam. Bij afwezigheid van subchondraal bot op het fragment zijn deze fracturen moeilijk te zien op standaardröntgenopnamen en zullen ze dus ook vaak worden gemist. Uit de literatuur blijkt dat de meeste fracturen pas in een laat stadium of peroperatief worden ontdekt. Bij aanhoudende klachten van de elleboog dient dan ook verdere diagnostiek te worden verricht.