De heer Huiberts is 55 jaar. Tot drie jaar geleden werkte hij als magazijnmedewerker, maar hij werd om economische redenen ontslagen. Vanuit de WW meldde hij zich ziek, hij bleek een gedilateerde cardiomyopathie e.c.i. te hebben, NYHA klasse III-IV. Bij de WAO-beoordeling werd hij vanwege die cardiomyopathie beperkt geacht voor ‘elke vorm van fysiek belastende arbeid’. De arbeidsdeskundige kon diverse theoretische functies duiden en dat resulteerde in een arbeidsongeschiktheidsklasse van 35-45%. In bezwaar werd dat bevestigd. De heer Huiberts ging in beroep. De rechter schakelde twee cardiologen in die tot tegengestelde adviezen kwamen. De eerste cardioloog vond dat meneer Huiberts helemaal niet kon werken, cardioloog twee vond dat de beperkingen die de verzekeringsarts had aangenomen correct waren. De heer Huiberts wacht nu op een oproep van een derde onafhankelijk cardioloog.