De heer Zaouli, werkzaam als beveiligingsbeambte, meldde zich spontaan op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts kende hem wel van vroegere consulten: een altijd keurig geklede heer, zeer beleefd in de omgang, van Marokkaanse afkomst en accentloos Nederlands sprekend. Nu zag hij er verwilderd uit. Bij binnenkomst pakte hij geagiteerd een stoel. ‘Ik ben op non-actief gezet door de directeur!’ schreeuwde hij. Wild gesticulerend vertelde hij wat er was gebeurd. Een vrouwelijke collega had een klacht over hem ingediend. Hij zou haar bij herhaling op ongewenste wijze aangeraakt hebben. Dit zou tijdens de nachtdienst zijn gebeurd, maar ook buiten werktijd. De directie had de klacht serieus genomen en Zaouli direct op non-actief gezet.