Om interpersoonlijke aspecten van het disfunctioneren van patiënten te verduidelijken wordt vaak gebruik gemaakt van het interpersoonlijke-circumplexmodel. Dit model is vooral bekend als ‘de roos van Leary’: een cirkelvormige ordening van acht of zestien categorieën van interpersoonlijk gedrag, gelegen rondom twee orthogonale assen. In deze tekst wordt een recent ontwikkeld en gevalideerd instrument voorgesteld: de Nederlandse interpersoonlijke-adjectievenschalen (NIAS). De vragenlijst laat toe om het interpersoonlijke functioneren vanuit meerdere perspectieven in kaart te brengen. Toepassingsmogelijkheden op het vlak van diagnostiek, therapie en supervisie/intervisie worden toegelicht en handvatten worden aangereikt om het gebruik van ‘de roos’ te verbreden en te verdiepen.