Kinderen met verhoogde bloedingsneiging presenteren zich vaak met purpura, blauwe plekken, bloedneuzen, nabloeden of diepe bloedingen o.a. in de gewrichten. Bepaling of de klachten passen bij een verhoogde bloedingsneiging of nog normaal zijn, is soms lastig. Hematomen kunnen bijvoorbeeld ook door een afwijkende motoriek of kindermishandeling worden veroorzaakt. Voor de differentiaaldiagnose is het o.a. van belang na te gaan of er sprake lijkt van een primaire of een secundaire hemostasestoornis, of de aandoening aangeboren of verkregen is en of de klachten voortkomen uit een ander (basis)lijden. Een uitgebreide anamnese moet worden afgenomen alvorens overgegaan kan worden tot het lichamelijk en screenend hemostaseonderzoek. Afhankelijk van de bevindingen kan diepgaander hemostaseonderzoek worden ingezet. Voorafgaand aan een operatie is een goede anamnese zinvoller dan routine screenend hemostaseonderzoek.