Door behandeling met dieet, orale bloedsuikerverlagende middelen, of insuline kan de bloedsuikerspiegel binnen redelijke grenzen gehouden worden. Ondanks deze behandeling kunnen beide vormen van diabetes leiden tot diverse complicaties, zoals retinopathie, nefropathie of perifere neuropathie. Het ontstaan van deze complicaties is voor een belangrijk deel afhankelijk van diabetesduur en de effectiviteit van de bloedsuikerverlagende behandeling. Ook in het centraal zenuwstelsel kan schade ontstaan (
Gispen et al., 2000;
Brands et al., 2003). Deze schade uit zich in elektrofysiologische en structurele veranderingen in de hersenen en beperkingen in de cognitieve functies. Cerebrale complicaties komen bij zowel type-1- als type-2-diabetes voor en kunnen gevat worden onder de term ‘diabetische encefalopathie’. …