In dit artikel beschrijft een beginnend psychotherapeute de cliëntgericht-experiëntiële behandeling van een jonge vrouw met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de verschillende betekenissen van de veelvoorkomende stiltes, aan de wijze waarop de overdracht zich manifesteert en aan de ‘innerlijke criticus’. Deze laatste neemt de vorm aan van een spottende, denigrerende stem. Ondanks deze procesblokkades komt het therapeutisch proces op gang en maakt cliënte vorderingen.