Hoewel de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (CGT) bij angstige kinderen reeds in een aantal studies is aangetoond, werden de resultaten ervan niet eerder in de reguliere praktijkinstellingen getoetst. Bovendien was het de vraag of het noodzakelijk is om naast een behandeling van het kind ook intensieve oudertraining te geven. In deze studie onderzochten wij de effectiviteit van 12 sessies CGT bij angstige kinderen + 2 sessies psychoeducatie voor ouders en de mogelijke meerwaarde van een cognitieve oudertraining (COT) van 7 sessies. Aan deze studie namen 79 kinderen en jongeren (7 tot 18 jaar) met angststoornissen deel. Het ging om kinderen die waren verwezen naar zowel reguliere praktijkinstellingen als een universitair centrum. Over het algemeen hadden de kinderen meer baat bij CGT dan bij een wachtlijst. Na CGT (met of zonder COT) was er een aanzienlijke verbetering op zelfgerapporteerde angst en depressie en op ouderrapportages van angst en internaliserend gedrag. Deze verbetering hield stand tot drie en twaalf maanden na behandeling. CGT bleek even effectief in de reguliere pratijkinstellingen als in het universitaire centrum. Tegen de verwachting in had de cognitieve oudertraining geen meerwaarde boven de individuele behandeling van het kind. Concluderend kunnen de meeste angstige kinderen in praktijkinstellingen effectief behandeld worden met 12 sessies individuele CGT en 2 sessies psycho-educatie voor ouders. Intensieve cognitieve oudertraining voegt hier niets aan toe.