De laatste decennia nam astma en atopie fors toe, met name in de westerse landen. Op dit moment is astma de meest voorkomende chronische ziekte onder kinderen in Nederland. Uit onderzoek is gebleken dat de interactie van genen en omgevingsfactoren ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van astma en atopie. De chromosomen 2, 5, 6, 7, 11, 12, 13 en 20 zijn in verschillende populaties gekoppeld aan astma en atopie. Onderzoek naar de oorzaak van astma en atopie heeft recent geleid tot de identificatie van drie nieuwe genen: adam33, phf11 en dpp10. Deze belangrijke ontdekkingen werpen een nieuw licht op de pathogenese van astma en atopie. Hiernaast is duidelijk geworden hoe varianten in verschillende genen bijdragen aan de ontwikkeling van astma en atopie, zoals interleukine-13 en de interleukine-4 receptor. Ook de respons op astmamedicatie lijkt deels van genetische factoren afhankelijk te zijn. Onderzoeken naar de functie van astma- en atopie-genen, alsook de interactie tussen genen en omgevingsfactoren zullen de komende jaren meer inzicht geven in de toename van astma en atopie. Dit kan mogelijk leiden tot een betere diagnose, gerichte behandeling en mogelijk preventie van astma en atopie in de toekomst.