Een goed gestructureerde anamnese vormt samen met een consciëntieus uitgevoerd algemeen oogheelkundig onderzoek de basis van een rationele differentiaaldiagnose. Het eerste deel van dit hoofdstuk behandelt de speciële en algemene anamnese en de klachten die kunnen voorkomen, zoals visusklachten, gezichtsveldklachten, waarnemingsklachten en pijnklachten. Met een voorbeeld wordt aangegeven hoe oogheelkundige klachten gestructureerd uitgevraagd kunnen worden. Het tweede deel behandelt het algemeen oogheelkundig onderzoek. Het onderzoek van de visus komt uitgebreid aan de orde en daarna worden de schatting van het gezichtsveld, de beoordeling van de pupilreacties, het onderzoek van oogstand en oogbewegingen, de beoordeling van de lichtbrekende media, de fundoscopie en tot slot de oogdruk besproken. Het derde deel gaat in op een aantal aanvullende onderzoeken in de oogheelkundige praktijk, waarvan het goed is dat ook de niet-oogarts er enige kennis van heeft.