Kinderen spelen graag met knuffeldieren en deze kameraadjes kunnen heel belangrijk voor hen zijn. In hun verhalen komen die pluchen beesten als het ware tot leven. ‘Meneer Konijn moet ook gaan slapen,’ ‘Beer wil mee naar de speeltuin’: het zijn vaak gehoorde uitspraken waar geen ouder vreemd van opkijkt. Maar wat als een gerobotiseerd knuffeldier een vaste plaats krijgt in het leven van kwetsbare ouderen met dementie? Vinden we dergelijke uitspraken dan nog steeds schattig en onschuldig? Of reageren we plots heel anders? Kan dat eigenlijk wel, een knuffelrobot als de zeehond Paro inzetten in de zorg voor ouderen met dementie?