In de literatuur wordt bij jonge kinderen met matig tot ernstig constitutioneel eczeem (CE) na voeding bij 30% een acute reactie beschreven, bij 40-50% een acute reactie gecombineerd met eczeem ls late reactie en bij 5-12% een geïsoleerde late eczeemreactie. Als er naast CE duidelijke acute klachten zijn die op een voedselallergie (‘oral allergy’-klachten, contact- en gegeneraliseerde urticaria, angio-oedeem, braken, diarree, benauwdheid en of shock binnen twee uur na inname van het allergeen) kunnen duiden, is het zinvol een apart traject ter evaluatie van voedselallergie in te zetten met (dubbelblinde) voedselprovocaties. Goede studies voor het aantonen van eczeem als een geïsoleerde late reactie na voeding zijn beperkt. Ten minste is een verlengde observatie nodig en zijn verscheidene provocaties nodig als onderdeel van een dubbelblinde placebogecontroleerde provocatie (DBPGVP). Gebruik kan worden gemaakt van een recent ontwikkelde test: de verlengde DBPGVP. Hiermee is bij 5% van de kinderen in een academische populatie eczeem als geïsoleerde late reactie na voedsel gezien. In de literatuur is onvoldoende onderbouwing te vinden door de matige opzet van de studies voor een preventief dan wel therapeutisch effect van eliminatie van voeding op CE op de lange termijn. Toekomstige studies zouden kunnen onderzoeken in hoeverre kinderen met CE als een geisoleerde reactie na voeding baat hebben bij een dieet. Bij een bewezen voedselallergie wordt geadviseerd de betreffende voeding te elimineren in goede samenwerking met een diëtist. Het dieet dient zeker bij jonge kinderen minimaal jaarlijks geëvalueerd te worden. Het geven van een eliminatiedieet aan een jong kind met CE heeft altijd risico’s (zoals het ontwikkelen van acute allergische reacties na herintroductie, voedingsdeficiënties, psychosociale problemen, ontwikkelingsachterstand of sociale isolatie) en moet afgewogen worden tegen het nuttige effect ervan. Kinderen met CE zijn het meest gebaat bij goede voorlichting en instructie over de lokale therapie met immunosuppressiva en het optimaliseren van de huidbarrière met vette zalven.