Aan de hand van een vergelijking met behulp van een vragenlijst waarmee indicatiedossiers van het PAI/NPI uit 1960 en uit 1990 zijn beoordeeld, wordt het waarschijnlijk dat bij dit materiaal geen steun gevonden kan worden voor de veronderstelling dat er in de loop van de jaren een verschuiving is opgetreden in de aard en het voorkomen van de neurotische pathologie. Wel is er een duidelijk verschil te constateren in de maatschappelijke omgang met deze problematiek. Het inzicht in eigen problematiek is bij cliënten uit 1990 significant vaker aanwezig dan bij de populatie uit 1960. Het Nederlands Psychoanalytisch Instituut lijkt een duidelijker identiteit als instituut voor psychoanalytische behandelingen te hebben gekregen.