In dit artikel worden kanttekeningen geplaatst bij het depressieprotocol. Betoogd wordt dat de empirisch-wetenschappelijke argumentatie ('aangetoonde werkzaamheid van kortdurende therapie, en het ontbreken van deugdelijk, vergelijkbaar onderzoek naar langdurige therapie') simplistisch is. Deze is alleen gebaseerd op het succes van het «controlled clinical trials research paradigma» in het efficacy-onderzoek naar de korte-termijneffecten van kortdurende therapie. Geen rekening wordt gehouden met het falen van dit paradigma in lange termijn effectonderzoek. Dat is het geval in effectonderzoek naar langdurige therapie, maar ook als het effectonderzoek naar kortdurende therapie een lange termijn follow-up krijgt. Bovendien zijn er aanwijzingen dat een en hetzelfde protocol voor alle depressieve patienten ongenuanceerd is en dat de bestendigheid van het behandelingseffect tegenvalt.
Richtlijnen voor de psychotherapeutische behandeling van depressie van de Werkgroep Consensus en protocollering psychotherapie bij depressie (
1997) is het eerste behandelprotocol dat de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie heeft gemaakt. De richtlijnen, ook wel het depressieprotocol genoemd, zijn voor behandelaars in de (ambulante) geestelijke gezondheidszorg. De bedoeling is dat er ook voor andere stoornissen zulke protocollen gemaakt worden zoals bijvoorbeeld voor angststoornissen.
Een behandelprotocol is te omschrijven als een al of niet schematische weergave van gewenst psychotherapeutisch handelen volgens gestandaardiseerde richtlijnen (vergelijk Heuves,
1998). In een protocol wordt aangegeven hoe de behandeling moet verlopen en hoe lang de behandeling duurt. Een protocol heeft een verplichtend karakter: in een bepaalde situatie of bij een bepaalde diagnose is de therapeut eraan gehouden op de voorgeschreven wijze te handelen en therapeuten die dit niet doen, zouden hierop aangesproken kunnen worden. Stoornisspecifieke werkstandaarden moeten de kwaliteit van psychotherapie vergroten. In gestandaardiseerde stoornisspecifieke behandeltrajecten krijgen de patiënten de behandeling waarvan bekend is dat deze voor hun stoornis succesvol is. De invoering van effectief gebleken behandelstandaarden moet de wetenschappelijke en maatschappelijke status van psychotherapie verhogen en wordt gezien als een belangrijke stap in een verdergaande professionalisering.
De protocollisering van psychotherapie roept echter ook discussie op. In dit artikel worden bij het depressieprotocol kanttekeningen geplaatst over de uniformering van de psychotherapie bij depressie en de empirisch-wetenschappelijke argumentatie daarvoor.