Tijdens de nachtelijke slaap herstelt het lichaam. Wie niet goed kan slapen, heeft moeite met herstellen, waardoor er overdag klachten kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot klachten, zoals een verminderd geheugen of concentratievermogen, moeilijker balans kunnen houden of een verhoogde gevoeligheid voor infecties. Ruim de helft van de ouderen is niet tevreden met de duur of kwaliteit van de slaap. Deze ouderen worden niet uitgerust wakker en voelen de behoefte om ook overdag te slapen, waardoor het dag-en-nachtritme verder verstoord kan raken. Soms is er sprake van een stoornis. De DSM-5 definieert hiervoor criteria. Dit hoofdstuk behandelt slaap-waakstoornissen die bij ouderen voorkomen, en hoe de verpleegkundige de oudere met slaapproblemen kan helpen.