Een patiënte van 14 jaar oud is bekend bij de kinderartsen wegens recidiverende buikpijnklachten, waarvoor bij uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek geen verklaring werd gevonden. Bij beperkt laboratoriumonderzoek werden ook geen afwijkingen gevonden. Bij aanvullend echografisch onderzoek werd als toevalsbevinding een mononier links en een uterus bicornis gezien. De klachten werden geduid als functionele buikpijn. De patiënte en haar ouders leken hierdoor aanvankelijk gerustgesteld, totdat de patiënte zich enkele weken later presenteerde op de SEH met hevig krampende onderbuikspijn tijdens de vierde menstruatie na haar menarche.