Mensen zijn – evolutionair beschouwd – tropische dieren, met een daarop aangepaste warmte-economie. We hebben van nature geen dikke vacht die als isolatie dienstdoet. Voor de jacht op een eiwitrijke voedselbron (prooidieren) heeft de mens zich ooit gespecialiseerd in het heel lang achtervolgen van vluchtende grazers. De menselijke huid bezit veel zweetklieren, zodat er tijdens dat lopen flink gekoeld kan worden. Een vacht zou zweten belemmeren. De achtervolgde, harige prooidieren raken door het opjagen wel oververhit en bezwijken.